Het
Microsysteem
Definitie
In het microsysteem gaat het om de invloed van contexten in iemands directe leefomgeving zoals gezin, school, vrienden en buurt. De invloed uit dit systeem wordt heel direct ervaren, omdat de persoon zelf actief interacteert met anderen uit dit systeem. Deze interactie is voor iedere persoon uniek, met als gevolg dat de omgeving door ieder individu verschillend ervaren wordt. Dat verklaart ook hoe het kan dat twee kinderen uit hetzelfde gezin een heel verschillend beeld van hun ouders kunnen hebben. (Van der Wal en de Wilde, 2011)
Invloed op het gedrag van de adolescent
Het microsysteem bepaalt in grootste mate de referentiekader van een kind. Dit is namelijk de directe leefomgeving en omstandigheden van het kind. Wanneer een kind bijvoorbeeld opgroeit in een streng gelovige gezin of juist in een gezin met een vrije opvoeding kan een kind vormen, of vrienden die sporten of juist niet sporten of de school waarop een kind zit, allemaal directe invloeden op het gedrag van een kind.
Een kind dat bijvoorbeeld opgroeit in een Surinaamse gezin zal wat opener en gastvrijer zijn dan misschien kind dat opgroeit in een Nederlandse gezin. Ook het nationalistisch gevoel van bijvoorbeeld een kind van Turks komaf is veelal intenser dan een autochtoon kind.
Zo zijn er vele invloeden te bedenken die in de directe omgeving van het kind plaatsvinden en een cruciaal onderdeel vormen in het gedrag en de ontwikkeling van het kind.
Een wat groter voorbeeld op bovenstaande staat hieronder beschreven.
Een kind heeft vaak te maken met zaken die invloed hebben op zijn of haar ontwikkeling, terwijl het kind zelf weinig invloed heeft op dergelijke zaak of omstandigheden. In de definitie hierboven wordt reistijd van de ouder en de gevolgen daarvan op het kind weergegeven. Er zijn meer voorbeelden te noemen met betrekking tot het exosysteem. Hieronder volgt een voorbeeld waarbij duidelijk te zien is wat het invloed op het gedrag van het kind kan zijn.
Een kind groeit op in een zeer christelijk en klein dorpje in Friesland. Het kind is nooit in contact geweest met de grote steden in het westen van het land en is ook praktisch niet bekend met het begrip allochtonen. In het dorpje en nabij gelegen gebieden wonen geen allochtonen. Verder zijn de ouders en vele familieleden van het kind PVV-aanhangers en hebben weinig goede woorden over wat betreft allochtonen en met name moslims moeten het erg ontgelden. Het kind neemt dit over en groeit vrij haatdragend op.
Na zijn middelbare opleiding wilt hij een specifieke opleiding doen aan een hogeschool. Echter, dit kan alleen op de hogeschool van Amsterdam. Hij zal zich, vanwege de afstand, moeten vestigen in een studentenwoning in Amsterdam. Op deze hogeschool komt hij in aanraking met veel allochtonen. Zijn beeld, wat voornamelijk gecreëerd is door omgeving en media, over allochtonen maakt hem angstig. Ook merkt hij dat er in Amsterdam weinig autochtone medestudenten zijn die zijn beeld delen. Hij raakt in een isolement en weet niet hoe hij om moet gaan met zijn nieuwe omgeving.
