top of page

Morele

ontwikkeling

Definitie​


Ethische kwesties spelen voortdurend een  rol in het leven van alledag, en niet alleen in de medische wereld waar door de technische ontwikkeling nieuwe en soms schrijnende dilemma's ontstaan. Ook in het onderwijs, waar leraren behalve een inhoudelijke taak ook een pedagogische taak hebben, kunnen gevoelige onderwerpen spelen waarbij moeilijke ethische (morele) afwegingen gemaakt moeten worden. Vanuit de maatschappij wordt er bovendien geregeld een appel op het onderwijs gedaan om bij te dragen aan het normbesef  van leerlingen. Om aan dat appel gehoor te kunnen geven, is het goed om te weten dat de manier van moreel redeneren en oordelen zich volgens een bepaald patroon ontwikkelt. Dit patroon heeft alles te maken met  de gewetensvorming. (Van der Wal en de Wilde, 2011)

Morele ontwikkeling in de praktijk

Wanneer men elkaar vandaag de dag vraagt wat er mis is in de Nederlandse samenleving, dan is de kans vrij groot dat het antwoord hierop zal zijn dat de waarden en normen vervagen of misschien zelfs wel helemaal ontbreken bij velen. Met name jongeren worden veelal 'beschuldigd' voor het niet hebben van waarden en normen.

 

Deze twee begrippen (waarden & normen) koppelen we aan de morele ontwikkeling van jongeren. Wat is goed en slecht? Wat is wenselijk? Hoe wordt van een scholier verwacht dat hij zich gedraagt? Wat zijn de richtlijnen en regels? Allemaal vragen waarop de jeugd antwoord moet krijgen.

Opvoeden gebeurt grotendeels thuis. Althans, dat is de bedoeling. De morele ontwikkeling gebeurt in de basis thuis door ouders en opvoeders en in een latere stadium eventueel de crèche en nog later de school. Jong geleerd, oud gedaan is een passen spreekwoord voor de ontwikkelingen in deze stadia. Een jong kind leert van anderen wat rechtvaardig is, wat verantwoordelijkheid dragen is en waarom je bepaalde dingen beter niet kunt doen. Ze leren dit door beloningen en straf na hun daden.

Naar mate het kind ouder wordt, gaat het ook zelf nadenken over wat goed en kwaad is. Er worden steeds meer waaromvragen gesteld en over bepaalde regels willen kinderen meepraten. Dit is de eerste stap van het internaliseren van normen en waarden. Het kind ontwikkelt een moraal besef/gewetensvorming. 

De moraal van de groep

Vanaf het elfde/twaalfde levensjaar wordt het gedrag van een kind steeds meer beïnvloed door leeftijdgenoten. Ze willen steeds onafhankelijker zijn tegenover ouders en volwassenen. Jongeren willen vrijheid hebben en hun eigen leven leiden.

Met uitspraken als 'iedereen mag het' of 'iedereen doet het' proberen jongeren hun gedrag en hun manier van leven als normaal te laten beschouwen. Het lijkt soms dat het niet zo belangrijk is wat iemand zelf denkt of vindt, maar vooral om wat anderen belangrijk vinden. Jongeren willen graag ergens bij horen. De invloed van de groep is soms sterker dan de 'eigen' normen en waarden.

In de adolescentieperiode worden jongeren zich bewust van de belangen, waarden en normen, die in de samenleving een rol spelen. Naast de aandacht die ze voor zichzelf hebben, leren ze op weg naar volwassenheid, als het goed is, ook rekening te houden met anderen.

Je 'volwassen' gedragen betekent dat je zelf verantwoordelijk bent voor je gedrag, je standpunten en je keuzes. Als kenmerken van volwassen gedrag kunnen we noemen:

  • Respecteren dat er in een land wetten en regels zijn, die in een samenleving orde garanderen. Volwassen mensen zien daarom in dat er naast rechten ook plichten zijn.

  • Respecteren dat elk mens rechten heeft. Als volwassene accepteer je dat er een overheid is die deze rechten beschermt, ook al gaat het soms tegen je eigen belangen in.
     

Morele vorming van jonge mensen vindt altijd plaats. Maar hoe ziet nu een weloverwogen morele vorming er uit? Dat is een ingewikkelde kwestie. Bij morele vorming gaat het er om de ontwikkeling te ondersteunen die leidt tot jonge volwassenen, die weten wanneer een handeling moreel juist is (of moreel verkeerd) en die ook in staat zijn het moreel juiste te doen en het moreel verkeerde te laten. Dat brengt met zich mee dat er ondersteuning nodig is voor een hele reeks van ontwikkelingsprocessen. Onder andere: het inlevingsvermogen in anderen, de ontwikkeling van het ‘morele’ verstand, leren herkennen van gevoelens die raken aan moreel juist of moreel verkeerd handelen, eigen maken van morele ijkpunten voor het handelen, onderkennen van verleidingen tot moreel verkeerd handelen of morele gevaren, versterken van de wilskracht om zich te houden aan moreel juiste beslissingen. Er zijn ook verschillende manieren om morele vorming gestalte te geven: oefeningen, competentietrainingen, disciplineringen, kennisoverdracht. En dan is het vanzelfsprekend ook nog zo dat er geen kind hetzelfde is en dat brengt met zich mee dat degene die verantwoordelijk is voor morele vorming vaak niet kan volstaan met een algemeen recept, maar heel nauwkeurig moet inspelen op de bijzondere karakteristieken en omstandigheden van leerlingen.

© 2023 by Little Tots Preschool.

Proudly created with Wix.com

bottom of page